Kerkelijk jaar - 1e zondag van Advent

Herrnhutter adventster

Al zit ik in het duister, de Heer zal mij
tot licht zijn.
Hij zal mij uitleiden in het licht;
ik zal aanschouwen hoe Hij gerechtigheid
oefent. (Micha 7:8b en 9b)

En hoeveel zwarte nachten
van bitterheid en pijn
en smartelijk verwachten
ons deel nog zullen zijn
op deze donk're aarde,
toch staat in stille pracht
de ster van Gods genade
aan 't einde van de nacht.

Jochen Klepper,(vert.J.W. Schulte Nordholt, (LB 445:3)
Om zijn huwelijk met de joodse vrouw Hanni worden zij samen met hun dochter Renate door de nazi's de dood ingedreven op 11 december 1942.

Onze Vader, die in de hemel zijt… - Is Hij niet uw Vader, die U geschapen heeft? (Deuteronomium 32:6)

Het onze Vader raakt aan alles in ieder mens. Het bidt voor mensen verweg en dichtbij en voor jezelf. Om bevrijding uit schuldenlast en een nieuwe economische orde. En dat alle scheidsmuren tussen volkeren, rassen en seksen zullen afgebroken worden, maar niet minder alle muren ín ons. Het is het stilste én het meest openlijke en vrijmoedige gesprek, je kunt het prevelen en roepen. In die woorden klinkt de naam van Jezus door. Hij is ín die woorden, in zoverre mensen in hun woorden kunnen zijn, - dat kan, en dat kan heel ver gaan. Over de dood heen. (…) Het onze Vader, en heel het onderricht en visioen van Israël, komt voort uit een groot, ons ingeschapen verlangen naar geluk voor iedereen.
(H. Oosterhuis, Werkschrift, mei ’92) Voor meer over de Aanhef, zie pag. 2 "Het Onze Vader in het kerkelijk jaar".

1e zondag van Advent
Naar U, Heer, gaat mijn verlangen uit, mijn God,
op U vertrouw ik, maak mij niet te schande.
(Psalm 25:1-2)

Zondagsgebed:
Wek op uw macht, o God, en kom naar ons toe,
red ons uit de gevaren die wij zelf
ontketend hebben en houd om ons heen
uw beschermende handen.
O God, wij blijven hopen, op U,
op uw komst, op uw Rijk.
Gij hebt ons uw woord gegeven en
wij dromen van vrede;
keer U om naar ons toe, toon ons uw macht,
geef ons uw vrede, hoor toch naar ons,
wij roepen tot U, want heel uw schepping zucht.
(ds. W.R.van der Zee)


Adventsgebed (naar Symeon de theoloog)
Kom, open mijn lippen opdat mijn mond jouw lof kan zingen.
Kom, jij goed verzwegen geheim, kom, kostbaarheid
die nog geen naam heeft.
Kom, jij onuitsprekelijke, kom, die licht brengt dat niet ondergaat.
Kom, jij naar wie ik uitkijk, ik die van vrijheid droom.

Lied van het licht, tekst: Greet Brokerhof, muziek: Gerard van Amstel

Refrein: Het wordt anders het wordt lichter, het wordt licht, voor jou en mij. En voor iedereen op aarde, het wordt kerst, God is dichtbij. 1. Mensen kijken in het donker naar een wereld vol verdriet. Steek een kaars aan die vertelt je van het licht dat je straks ziet. Refrein... 2. Mensen kijken naar de sterren, maar dat licht is ver en koud. Steek een kaars aan die vertelt je van het licht dat van ons houdt. Refrein... 3. Mensen hebben mooie plannen, maar er gaat zo vaak wat mis. Steek een kaars aan die vertelt je dat Gods toekomst stralend is. Refrein... 4. Mensen dromen mooie dromen van een wereld licht en fijn. Steek een kaars aan die vertelt je, hoe de wereld eens zal zijn. Refrein...


God, onze Vader, help ons de naam van uw Zoon Jezus te verstaan:
"God redt! Vol erbarmen, onze Verlosser!" Zo luidt van oudsher uw Naam.
Daarop vertrouwen wij, in leven en in sterven. Amen.
(Uit het duits, Sonne und Schild, 2-12-2015))


De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij - LB 460 - Romeinen 13:11

De eerste kaars mag branden

Refrein: De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij!

1. Het volk dat woont in duisternis zal weten wie zijn heiland is.
Onverwacht komt van heinde en ver de mensenzoon, de morgenster. Refrein...
2. Tekens aan sterren, zon en maan, hoe zal de aarde dat bestaan?
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij, want uw verlossing is nabij. Refrein...
3. Wanneer de zee bespringt uw land en slaat u ’t leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn: uw dood zal niet voor eeuwig zijn. Refrein...
4. Ziet naar de boom die leeg en naakt in weer en wind te schudden staat,
de lente komt, een twijg ontspruit, zijn oude takken lopen uit. Refrein...
5. Een twijgje, weerloos en ontdaan, zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft verstaat het wel, dat twijgje heet Emmanuël! Refrein...
6. Die naam zal ons ten leven zijn, een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten metterdaad, dat uw Verlosser binnengaat.
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij!
(H. Oosterhuis)